Blaaskakerij en borstklopperij.

06-11-2013 17:42

Het valt me met enige regelmaat op als ik mijn dagelijkse krant (VK) lees, dat bij de overlijdensberichten voornamelijk professoren, doctoren, ingenieurs en ander minder of meer betiteld volk worden berouwd. Dat er, behalve de door hun gegeven intelligentie en nijvere studies bereikte wereldse aanspreektitels ook nog vaak vermeld wordt welke belangrijke functies ze bij leven verricht hebben en bij voorkeur daarbij nog een heel rijtje met onderscheidingen en ander eremetaal, maakt het allemaal nog opmerkelijker. Ik denk nl. dat de weledelgeleerde en hooggeëerde dode hiervan misschien niets wist, maar dat de nabestaanden van de dood van hun ongetwijfeld ook dierbare familielid gebruik (misbruik) maken om zelf nog eens voor het voetlicht te treden. Want hoe fijn is het niet om een beroemd familielid te hebben (gehad), waarvan de glans ook een beetje op jou, als nabestaande, af straalt.

Je ziet hetzelfde vreemde verschijnsel, als er een redelijk beroemde landgenoot het loodje heeft gelegd. Een hele pagina met rouwadvertenties met een zeer beperkte tekst ("Dag Henk") en daaronder de namen van heel veel min of meer bekende en onbekende Nederlanders, die willen laten weten, dat ze met de dierbare fameuze overledene op zeer goede voet stonden. Half Nederland was blijkbaar enorm close met de geweldige schrijver, de gewaardeerde acteur of de gevierde zanger. Hoe graag zou ik dan ook eens een rouwadvertentie zien, waarbij vermeld staat, dat de overledene bouwvakker, slager of vuilnisman was. Ik heb het nog nooit gezien, want met zulke beroepen valt er voor de nabestaanden geen eer te halen of, veel waarschijnlijker, begrijpen de nabestaanden, dat het op dat moment er niet meer toe doet, wat de overledene bij leven was.

Het verschijnsel, indruk maken met titels, zie je ook regelmatig op opiniepagina's. Ingezonden brieven, met daaronder niet alleen de naam van de schrijver ervan, vaak ook weer aangevuld met een of andere titel, maar daar bovenop ook nog eens de belangrijke functies die hij (het zijn bijna altijd mannen) nu bekleedt of vroeger heeft bekleed. Dat geeft blijkbaar meer status aan het geschrevene, maakt meer indruk. Nou op mij niet, ik grimlach als ik dit dan allemaal zie en sla hun bijdrage over.

Als ik ooit mocht komen te verscheiden (en dat kom ik), dan zal er, als het aan mij ligt, een door mij zelf van te voren geschreven berichtje in de plaatselijke krant geplaatst gaan worden, als de nabestaanden tenminste willen meewerken. Ik geef hen niet de kans om zich aan mij te laven. Daarvoor voel ik me veel te goed.