Denkdwarrel 2

23-09-2013 13:04

Mijn eerste dwarrel ging over geld. Deze gaat over de tijd, want tijd is geld.

Een uitdrukking, die vooral in de zakenwereld nogal wat opgang heeft gemaakt, want met elke minuut die verspild werd, ging ook geld (inkomen/winst) verloren. Met opzet gebruik ik de verleden tijd (werd) in de vorige zin, omdat ik het gevoel heb, dat deze uitdrukking aan kracht en waarheidsgehalte heeft ingeboet.

Een goede vriend van me vertelde mij al vele jaren geleden, hoe binnen het bedrijf waar hij toen werkte, het roer drastisch was omgegooid. De mens (klant) kwam toen op de eerste plaats in plaats van het te verkopen produkt. Beter voor het bedrijf, beter voor de medewerkers, maar uiteindelijk ook wel beter voor te verkopen produkt. De omzet steeg door de nieuwe aanpak.

Maar goed, ik dwaal af, want ik wil vandaag even met mijn gedachten dwarrelen met/door/in de tijd. Als klein kind had ik, zoals waarschijnlijk iedereen, het idee, dat de tijd voorbij kroop. Het leek eeuwen te duren, voordat je weer jarig was, je naar de volgende klas ging, je oud genoeg was voor een brommer, je vriendinnetje weer zag (daarentegen vlogen de uren die je samen doorbracht razendsnel voorbij).

Het zal rond mijn dertigste verjaardag zijn geweest, dat ik me ervan bewust werd, dat de tijd mij voorbij begon te snellen. Ik moest nog zoveel doen op mijn werk en thuis. Altijd kwam ik tijd tekort en voor ik het wist, was er al weer een jaar voorbij. Uiteraard ging dat een keer verkeerd en moest ik erkennen, dat ik het, toch vooral door mijzelf opgelegde, werk- en leeftempo niet meer kon volgen. Ik haakte af en moest stoppen met werken. Gelukkig kon ik dat na ruim een jaar hervatten, maar vanuit een heel ander startpunt: Het werk staat in dienst van het leven en niet omgekeerd. Daarvoor heb ik wel bepaalde ambities opgegeven, maar in ieder geval liepen mijn leef- en werktempo eindelijk parallel met de tijd.

Enkele weken geleden ben ik 65 jaar geworden. Ik werk al een paar jaar niet meer, woon op een mooie plek en heb het meer dan ooit naar mijn zin. Je zou verwachten, dat de tijd zich weer tegen je keert, want het grootste deel van mijn leven zit er immers op. Het tegendeel is waar. De tijd is mijn vriend geworden, omdat ik met de tijd kan spelen. Ik sta op wanneer ik wil, ga naar bed wanneer ik wil, eet op tijdstippen wanneer ik wil. Waar ik vandaag niet aan toe kom, doe ik morgen wel, of volgende week, of misschien helemaal niet. De tijd speelt nog nauwelijks een rol in mijn leven. Sterker nog: Soms heb ik geen flauw benul meer van de tijd. Het zal toch niet....?